woensdag 11 juni 2014

Ik mocht Louis zeggen

In 1997 werd ik door een kennis uitgenodigd om naar Ajax- Feyenoord te gaan. Ik had er zeker wel oren naar om mijn club aan te moedigen in deze klassieker. De overwinning van Ajax volgen vanaf de hoofdtribune was al een feest maar na de wedstrijd had mijn kennis nog een verrassing. Tot mijn grote verbazing leidde hij mij de spelershome in. Daar stond ik opeens naast mijn grote helden, Kluivert en Litmanen. Veel tijd om alles in me op te nemen had ik niet, want mijn kennis stelde me voor aan niemand minder dan .... Louis van Gaal. Beduusd geef ik hem een hand. “Aangenaam kennis te maken, meneer Van Gaal.” “Zeg maar gewoon Louis, hoor,” antwoordt hij sympatiek. Mijn kennis vertelt Van Gaal dat ik stage loop bij een regionale sportzender en zowaar verstand van voetbal heb. Even denk ik een vijandige flikkering in zijn ogen te zien en ik herinner me Van Gaals afkeer van sportjournalisten. “Toch niet voor die... Van ’t Hert?” “Euh... jawel,” stamel ik. “Dat vind ik zo’n vervelende vent. Die heeft echt de ballen verstand van voetbal,” antwoordt Van Gaal. Ik kijk hem geschrokken aan. Enerzijds had ik niet gedacht dat hij mijn hoofdredacteur zou kennen en anderzijds realiseer ik me dat hij mij ook voor journalist aanziet. “Euh... ik ben hier niet als journaliste hoor. Ik ben hier gewoon om een mooie wedstrijd te zien.” Ik kijk om me heen op zoek naar mijn kennis om mijn verhaal te bevestigen, maar hij is verdwenen en ik sta alleen met Van Gaal. Waarschijnlijk is de paniek van m’n gezicht af te lezen want hij zegt lachend: “oke, nou het is goed hoor, ik geloof je. Heb jij echt verstand van voetbal?” Met nog steeds bibberende benen zeg ik: “een beetje”. “Oké”, zegt Van Gaal, “Kluivert is uitgeroepen tot ‘man of the match’. Terecht, volgens jou?” Ik herwin mijn zelfvertrouwen en antwoord beslist: “Litmanen heeft het meer verdiend. Hij stond aan de basis van de eerste 2 doelpunten en scoort dan zelf nog de derde. Bovendien heeft hij verdedigend veel bijgedragen.” Van Gaal kijkt me lachend aan. “Ik mag jou wel. Je bent een slimme meid. Maar ik wil niet meer dat je nog voor die Van ’t Hert gaat werken. Beloof je dat?” Ik knik verlegen. “Dan nemen we nu maar een biertje op onze overwinning, vind je ook niet?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten